Rechtsherstel box 3

27 september 2022

Op 24 december 2021 oordeelde de Hoge Raad dat de huidige belastingheffing over vermogen in box 3 in strijd is met het Eerste Protocol bij het EVRM als het werkelijke rendement lager is dan het forfaitaire rendement. De Hoge Raad stelde dat het voordeel uit sparen en beleggen moest worden bepaald op het werkelijke behaalde rendement. Het oordeel van de Hoge Raad betekent dat de Belastingdienst rechtsherstel moet bieden.

Wat houdt het rechtsherstel in?

Bij de oude methode voor de berekening van de belasting over box 3-vermogen wordt uitgegaan dat een vast gedeelte van het vermogen bestaat uit spaargeld en een vast gedeelte uit beleggingen. Heeft u bijvoorbeeld alleen spaargeld, dan wordt er voor de heffing in box 3 toch vanuit gegaan dat er een gedeelte bestaat uit beleggingen. Daarover wordt een fictief rendement berekend.

Bij de nieuwe methode voor de berekening van de belasting over box 3-vermogen wordt uitgegaan van de vermogensbestanddelen die werkelijk in bezit zijn. Alles wat geen spaargeld is, is automatisch een belegging. Hierover worden per vermogensbestanddeel fictieve rendementen berekend. In 2021 zijn de percentages als volgt: spaargeld 0,01%, beleggingen 5,69% en schulden 2,46% rendement.

Bij het rechtsherstel wordt voor u berekend welke methode het voordeligste is. Op basis hiervan ontvangt u een (gewijzigde) aanslag inkomstenbelasting. Spaargeld wordt bij de nieuwe methode veel lager belast dan beleggingen. Beleggingen worden bij bedragen onder grofweg € 1 miljoen, onder de oude rekenmethode lager belast. Het is dus afhankelijk van de samenstelling van uw bezittingen en schulden in box 3 welke methode het meest gunstige is. Het kan daarom voorkomen dat de nieuwe methode op een hoger bedrag aan te betalen belasting zal uitkomen, omdat u veel beleggingen in bezit heeft. De Belastingdienst houdt dan de oude methode aan. Het kan dus niet voorkomen dat u meer belasting over box 3-vermogen zal moeten betalen dan dat wij in uw aangifte hebben berekend.

Wie krijgt wanneer rechtsherstel?

Het rechtsherstel geldt helaas niet voor iedereen. Rechtsherstel geldt voor op 24 december 2021 nog niet onherroepelijk vaststaande aanslagen. Het Kabinet heeft op Prinsjesdag bekendgemaakt dat niet-bezwaarmakers geen rechtsherstel zal worden geboden. Het laatste woord daarover is echter aan de Tweede Kamer.

De Belastingdienst legt in verschillende fasen de volgende aanslagen op waarbij wordt gecontroleerd of de nieuwe box 3-methode voordeliger is:

  1. Aanslagen waarvoor bezwaar is gemaakt: Hiervoor is inmiddels rechtsherstel geboden indien de nieuwe methode voordeliger is.
  2. Aanslagen 2021: Vanaf medio augustus worden de aanslagen 2021 opgelegd. Het is niet bekend binnen welke termijn de Belastingdienst de aanslagen 2021 zal opleggen
  3. Aanslagen 2017 t/m 2020 die zijn opgelegd tussen 13 november 2021 en 24 december 2021: Indien u in deze periode een aanslag hebt ontvangen wordt rechtsherstel geboden indien de nieuwe methode voordeliger is voor u. Vanaf medio september zal worden gestart met het rechtsherstel.
  4. Aanslagen 2017 t/m 2020 die nog niet zijn opgelegd: Vanaf medio oktober zullen de aanslagen worden opgelegd. Het is niet bekend binnen welke termijn de Belastingdienst de aanslagen zal opleggen.

Afsluiting

Indien u vragen heeft over het rechtsherstel box 3 kunt u contact opnemen met de fiscale afdeling.

Neem contact met ons op

Hieronder vindt u artikels over vragen die wij vaak voorbij zien komen. Staat uw vraag er niet bij? Dan kunt u natuurlijk ook contact met ons opnemen, we helpen u graag vooruit!

Neem contact met ons op

Wil je vrijblijvend een afspraak maken of heb je een vraag? Neem dan telefonisch contact met ons op of stuur ons een e-mail bericht.